In hun stamlokaal in de Ferry Bank in de Pannenstraat komen op winterse maandagavonden tegenwoordig nog steeds de leden van de Rokersclub bijeen. De traditie van samen een pijpje te stoppen en “prijs te roken” is meer dan een eeuw oud. Het was namelijk in 1883 dat een groepje ”Ware Vrienden” in Heist besloot een Rokersclub op te richten. De bedoeling was om tussen pot en pint een extra ‘verzet’ te hebben tijdens de lange donkere wintermaanden. De vissers konden ’s winters in hun kleine platte schuiten nauwelijks naar zee. Ze breiden netten en boerden allemaal wat, maar hadden in de duistere avonden ook veel vrije tijd. Wedstrijd roken was goed vertier en het was ook heel goedkoop. In 1909 werd het bestaan van de Rokersclub geofficialiseerd bij Gustaaf Leber, een caféhouder in de Pannestraat. Het was de tijd toen in Heist een honderdtal cafés bedreven werden. Voorzitter van de "Ware Vrienden" werd toen Alfred Martony, beter bekend als Fredje "Pauw" (links op de foto). Hij was Eerste Schepen in Heist. Leber werd secretaris-penningmeester. In 1925 verhuisde de Rokersclub naar café De Zeehaven. Dat was de herberg van Richard Dierickx op het klein Marktje, waar nu de Kubus aan De Bolle z'n onderkomen heeft. Het was in die tijd dat door de club een eerste vaandel werd aangekocht. Voorzitters waren achtereenvolgens Jozef Vantorre en Joseph Valcke. Het café werd later overgenomen en werd dan uitgebaat door de familie Mouton. Tijdens de oorlogsjaren stond het tabak roken op een laag pitje. Een groot deel van de vissersfamilies waren met hun schepen naar Engeland gevlucht. Het was na de terugkeer van de vissers in augustus 1945 dat er weer wat leven in de brouwerij kwam. In 1946 heeft de Rokersclub de Ferry-Bank als nieuwe locatie gekozen. Het café werd uitgebaat door Leon Vantorre (Mussche) en z’n vrouw Angèle, ook al een Vantorre (Clodde). In het kader van de kermisviering werd in 1946 door de Rokersclub Leon Ollevier als eerste Wijkburgemeester van de Heistse Oosthoek aangesteld. Later kwamen er dan verkiezingen om de 3 jaar. In 1955 kreeg de Rokersclub het predikaat van Koninklijk. De vereniging bestond toen namelijk ruim meer dan 50 jaar. Er waren in Vlaanderen, Nederland en Noord-Frankrijk heel wat rokersclubs. Ook per bus ging men regelmatig bij andere rokersclubs kampioenroken. Het was een heel sociaal gebeuren. Vanaf 1970 werden de Wijkburgemeesters jaarlijks gekozen. En ook deden de Wijkgouverneurs hun intrede. Zelfs werd een Miss Rokersclub gekozen. Op 1 mei 1971 hebben de huidige uitbaters, Gilberte Beirens en André Serreyn de Ferry Bank overgenomen. De biljartclub, kaarters, de spaarkas, en de rokersclub, ze bleven er allemaal jaar na jaar hun gang gaan. Er zijn tegenwoordig nog steeds 25 rokingen per jaar. Wie de meeste punten heeft wordt dan gelauwerd als Kampioen. De vrouwen hebben hun eigen Kampioene. Op de foto hierboven wijlen rokerskampioene Adrienne Vantorre (Louise van Pol Mussche).
Bij het wedstrijdroken komt het er steeds op aan om de vlam zo lang mogelijk in zo weinig mogelijk tabak te houden; een hele kunst! Dat staat allemaal keurig omschreven in het reglement. Vrouwen kregen 3 gram en mannen 4 gram tabak. Tegenwoordig is dat 3,5 gram voor iedereen. Daarnaast ook twee lucifers en een pijpehouder. Men krijgt twee minuten om de pijp aan te steken. Daarna moet "alle vuur" van tafel verdwijnen. "De kunst bestaat erin de pijp zolang mogelijk te laten roken. Ge moet dus heel zuinige trekjes nemen. Niet-rokers doen dit doorgaans beter dan rokers", aldus (het oudste rokende lid) André Serreyn (op de foto). Zo'n 40 jaar geleden slaagde een lid van de rokersclub erin 204 minuten de vlam in de pijp te houden met slechts een plukje tabak. Met de kampioen ging het om Joseph Utterwulghe, die eigenlijk Frans heette, maar best bekend was onder de naam "Tjeppen van Pier Debrees". In het begin werd er altijd uit een stenen pijp gerookt die voorzien was van een kromme steel. Later kwamen de lange witte pijpen in voege.